In de naoorlogse periode werd het archief van de gemeente Voorschoten door de heer J.L. van der Gouw geïnventariseerd. Hij was secretaris bij het Algemeen Rijksarchief te Den Haag en in Voorschoten woonachtig. Voor hem was het een boeiende en leerzame klus voor in de avonden en de zaterdagmorgens. Een grote hoeveelheid oud papier en perkament over de periode 1400-1925 ging door zijn handen. Gemeentesecretaris J. de Bres werd door Van der Gouw steeds bijgepraat over de voortgang en zijn bevindingen.

Ordening archief en grote tentoonstelling

Van der Gouw kon heel boeiend vertellen over wat hij allemaal was tegengekomen. Daardoor kwam De Bres op het idee om tijdens de paardenmarkt van 1947 een tentoonstelling te organiseren over oud Voorschoten. De eeuwenoude paardenmarkt had namelijk na de periode van sluiting in de oorlogsjaren een nevenactiviteit nodig om publiek te trekken. Er werd een werkcomité samengesteld dat een plan ontwierp voor een tentoonstelling in het Ambachtshuis. Daarbij kwamen in aanmerking: archiefstukken, prenten, schilderijen en voorwerpen.

Het Rijksarchief, de gemeentearchieven van Leiden en Den Haag en het Prentenkabinet van de Universiteit van Leiden zegden medewerking toe. Dat er door die instanties waardevolle documenten werden uitgeleend was wel bijzonder want de bouwvallige staat van het Ambachtshuis was qua klimaat, brandveiligheid en inbraak heel slecht. Maar Van der Gouw kon ze over de streep trekken door toezeggingen over de te nemen beschermende maatregelen.

Onder toezicht van gemeenteopzichter A.J. Turion werd het Ambachtshuis vooraf grondig schoongemaakt. De daar opgeslagen stemhokjes en de tafels van de in het gebouw gevestigde Tekenschool van het Nut deden dienst als uitlegruimte. Bollenboer en amateurarcheoloog Chris Eggink jr. bekleedde de onooglijke tafels met fraai papier en verzorgde het fotograferen.

De chef van de plantsoenendienst leende vanuit de gemeentekwekerij ruiten die over de, op tafels tentoongestelde, documenten en prenten werden gelegd om ze te beschermen.

Zijn medewerkers vrolijkten de zaal op met bloemversiering. Roken was streng verboden en als blusmiddel stonden er bakken met zand klaar, alsmede kisten om bij onverhoopte calamiteit alles snel naar buiten te dragen. Chris Eggink was ook lid van de brandweer en trad op als brandwacht en bewaker. Hij bleef ‘s nachts op een brits tussen de uitgestalde oudheden slapen.

De tentoongestelde archiefstukken, prenten en voorwerpen werden verzekerd voor maar liefst zestienduizend gulden!

Mede door de speurtocht onder de Voorschotenaren, door commissielid A.B. Wesselo, vergezeld door ambachtsheer baron Schimmelpenninck van der Oye van Duivenvoorde, werd de expositie voorzien van tal van schilderijen en voorwerpen met betrekking tot Voorschoten.

Boekhandelaar M.G. Emeis schreef wervende stukjes in de plaatselijke en regionale kranten. D.J. Brinks (directeur van de Gemeente Bedrijven) verzorgde allerlei kleine besognes en was steeds de persoon waarop men kon terugvallen.

De tentoonstelling ‘Oud-Voorschoten’ werd wegens het grote succes nog een dag verlengd en trok maar liefst 1124 betalende bezoekers (scholieren van de hoogste klassen niet meegeteld). De duizendste bezoeker werd verrast met een achttiende -eeuwse gravure “Gezicht op Voorschoten”.

Door J.L. van der Gouw vervaardigde poster tentoonstelling 1947.

Oprichting Vereniging Oud-Voorschoten

Tijdens de laatste vergadering van het werk-comité op 12 augustus 1947 werd de door de heer Wesselo opgemaakte rekening behandeld en er bleek een batig saldo te zijn van bijna tweehonderd gulden. Vervolgens kwam de mogelijkheid ter sprake om Oud-Voorschoten in enige vorm te laten voortbestaan en de vriendenkring niet te verbreken. Met algemene stemmen werd besloten tot de oprichting van de Vereniging Oud-Voorschoten. Het bestuur bestond uit: voorzitter J. de Bres, secretaris J.L. van der Gouw, penningmeester A.B. Wesselo. Commissieleden: D.J. Brinks, A.J. Turion, Chr. Eggink jr en M.G. Emeis. Korte tijd later voegde zich daarbij: D.R. Gerhardt. [1]

De Vereniging Oud-Voorschoten stelde zich ten doel kennis te verzamelen over Voorschoten en het verdiepen daarvan en het organiseren van tentoonstellingen en lezingen.

Via de pers werd melding gemaakt van de oprichting en een oproep om zich als donateur te melden. Donateurs kregen gratis toegang tot lezingen.

Van der Gouw, die als oud-onderwijzer goed kon tekenen en schrijven, ontwierp een mooi heraldisch wapen voor de vereniging. Ook maakte hij de affiches om donateurs te werven en de aankondigingen voor lezingen en tentoonstellingen.

Grootse historische optocht

De eerste grote activiteit van de jonge vereniging betrof een groots opgezette historische optocht. Het was in 1948, het jaar waarin het regeringsjubileum van Koningin Wilhelmina overal uitbundig werd gevierd. Alles in samenwerking met de Oranjevereniging.

De eerste wagen die aan het samengestroomde publiek voorbijtrok was de uitbeelding van Lodewijk van Loon met zijn etende soldaten op de Voorschotense jaarmarkt 1204. Vervolgens passeerde het beleg van kasteel Rozenburg in 1350 met de toen uitgevonden donderbussen.

Voorts: de te Hattem gevangengenomen en in een ijzeren kooi opgesloten Jan van Wassenaer; de kleurrijke intocht van Lamoraal de Linge  als ambachtsheer; de kaak of schandpaal voor wetsovertreders, staande voor het Ambachtshuis; de rederijkerskamer

Met Liefde Eendracht in 1696; de kerkschuit om de gelovigen op zondag van de Leidsche Dam naar de Dorpskerk van Voorschoten te brengen; de in Voorschoten rustende kozakken bij een tent met kampvuur; de klepperman of dorpsomroeper; de brandweer; de goud- en zilverindustrie van Voorschoten in 1869; en de bloembollencultuur in 1880.

Lezingen en tentoonstellingen

In de eerste verenigingsjaren werden lezingen gegeven, onder andere over oud schrift en over kaartmakers. Vanaf 1953 volgden er regelmatig tijdens de paardenmarkt tentoonstellingen over Voorschoten in het Ambachtshuis. Een ‘ingehuurde’ tentoonstelling ‘Van Babylon tot Napoleon’ van 25-30 juli 1955 trok 820 bezoekers.

Toen in 1958 de restauratie van de Dorpstoren klaar was mocht de vereniging tijdens de paardenmarkt de toren openstellen voor bezichtiging. Om de kas te steunen werd een toegangsbedrag van 25 cent gevraagd. Ruim 450 personen beklommen de nauwe trap naar boven en genoten van het uitzicht over de toen nog nauwelijks bebouwde polders rondom Voorschoten.

De verzameling

Het feit dat er nu een Vereniging Oud-Voorschoten bestond deed particulieren ertoe overgaan boeken, prenten, foto’s, verdere documentatie en voorwerpen af te staan. Onder andere een fraai album ‘25 jaar schoolmeester van de Dorpsschool, M. Struick’ dat door zijn nazaten aan Oud-Voorschoten werd geschonken. Desgelijks gebeurde met het album van schoolmeester van de Rijndijk, C. van der Graaf.

Ook het op 6 augustus 1920 aan burgemeester E. Vernède aangeboden album met namen van de werknemers van de Gemeente Bedrijven kwam in de verzameling Oud-Voorschoten. Het is verluchtigd met kunstige tekeningen van de hand van J.L. Verhoog voorstellende: de gashouder, de watertoren en de poort in het Vernèdepark.

Zo groeide de collectie, zorgvuldig door penningmeester-secretaris Wesselo in een register vastgelegd. Af en toe werd iets aangekocht, zoals bijvoorbeeld boeken over het vermaarde opleidingsinstituut Noorthey en het boekje Voorschoten Voorheen en Thans uit 1899.

Bijzonder waardevol is het boek uit 1856 van P.J. Lutgers. Gezichten in de omstreken van ’s-Gravenhage en Leijden. Daarin staan 89 prachtige prenten (steendrukken) waaronder tien van Voorschoten-Veur. Het kostte 90 gulden en dat was iets minder dan een gulden per prent.

Factuur voor het prentenboek van Lutgers Gezichten in de omstreken van ’s-Gravenhage en Leijden

Chris Eggink was actief met het fotograferen van prenten en prentbriefkaarten over Voorschoten, voorkomend in het rijk voorziene gemeentearchief van Leiden.

Verzameling van het NIWIN

Toen na de oorlog veel jonge mannen hun dienstplicht in Nederlands-Indië vervulden ontstond er in september 1946 uit landelijke organisaties een samenwerkingsverband onder de naam NIWIN. [2]

De slagzin van de organisatie was: ‘Ons hart is bij U’. In verscheidene gemeenten, waaronder Voorschoten, werd een plaatselijk comité opgericht voor het zenden van pakketten en brieven. Het Voorschotens comité was samengesteld uit kolonel b.d. T. Beets voor het NIWIN, L.J. van Aken (Katholiek Thuisfront), D.J. Brinks (Protestant Interkerkelijk Thuisfront) en kapelaan Middelhoff (Laurentiusparochie). [3]

Voor de militairen uit Voorschoten werd onder de titel Hier Voorschoten een nieuwsbrief samengesteld. Het kwam iedere veertien dagen uit. Daarin werden de laatste nieuwtjes uit hun dorp meegedeeld en hen de gelegenheid gegeven terug te schrijven. De redactie was in handen van Ph. de Graaf Leidseweg en W.J. Kouwenhoven. Herman van Aken voorzag het blad van illustraties. Het werd in het kantoor en met de stencilmachine van brandstoffenhandelaar Konings en van Gent vervaardigd. De bladen gingen via militaire post. Als bezorgers voor de Voorschotense lezers traden onder andere op: de heren H. Kooij Papelaan; J. Rietmulder Willem de Zwijgerlaan en J. Reedijk jr. Kempenaerstraat.

C. Hakker maakte zich verdienstelijk door begunstigers en abonnees te werven.

Een meisjesclub van de MMS Bijdorp werd als groep in 1949 donateur. Zij beloofden om de week een militair een pakje te sturen.

Eind 1950 werd het comité opgeheven en voor allen die zich hadden ingezet voor het blad Hier Voorschoten een afscheidsavond georganiseerd in het Wapen van Voorschoten.

Het archief, waaronder de correspondentie met de militairen en de uitgegeven bladen Hier Voorschoten, werd geschonken aan de Vereniging Oud-Voorschoten.

Ingeslapen

Na het overlijden van de heer A.B. Wesselo werd de verzameling gedeponeerd bij de gemeente Voorschoten. In 1988 schonk Dr. J.L. van der Gouw het positief saldo van ƒ 882,70 van de ‘ingeslapen’ Vereniging Oud-Voorschoten aan de stichting tot het Behoud van Oud-, Groen-, en Leefbaar Voorschoten.

Helaas is de verzameling in de loop der jaren uit elkaar gehaald. De prentbriefkaarten en foto’s werden opgenomen in het gemeentearchief.

Prenten, schilderijen en voorwerpen raakten verspreid over gemeentelijke ruimten. Het aan de vereniging in bruikleen gegeven uithangbord van café Het Metalen Kruis werd in het trappenhuis van het Baljuwhuis aangebracht, maar is nu in het museum van Voorschoten te bewonderen. In 2011 is alles wat er nog te traceren was van de verzameling geïnventariseerd. [4]

Samen met de door de gemeente bewaarde documentatie vormt de verzameling van Oud-Voorschoten een mooie aanvulling op het ‘ambtelijk’ gemeentearchief. Nog waardevoller werd het toen de gemeente de archieven van verenigingen in bewaring begon te nemen. Alles ten gerieve van de bezoekers aan de leeszaal.

Titelblad van het album met namen van de personen die hebben bijgedragen aan een geschenk voor burgemeester E. Vernède bij de viering van zijn 25-jarig ambtsjubileum op 6 augustus 1920. Gemeentearchief Voorschoten Verzameling Oud-Voorschoten inventarisnummer 151.

Door: Jan H.M. Sloof

Foto bij artikel: Het door J.L. van der Gouw ontworpen wapen van de Vereniging Oud-Voorschoten.

  1. J. de Bres (13.10.1918) gemeentesecretaris, J.L. van der Gouw
    (24.12.1914) secretaris bij het Algemeen Rijksarchief, A.B. Wesselo (21.01.1884) rijkambtenaar, D.J. Brinks (17.11.1880) gepensioneerd hoofd van de Gemeente Bedrijven, A.J. Turion (20.03.1882) gemeenteopzichter, Chr. Eggink jr. (02.04.1918) bloemist en archeoloog en M.G. Emeis (21.12.1891) bankbeambte en secretaris van een aantal polderbesturen. Korte tijd later voegde zich daarbij: D.R. Gerhardt (24.12.1871) oud-directeur van een ambachtsschool te Rotterdam.
  2. Wikipedia: ‘NIWIN’ Nationale Inspanning Welzijnsverzorging Indië Nederland. Ontstaan uit: Band Nederland-Indonesië, Thuisfront Humanitas, Katholiek Thuisfront, Protestants Interkerkelijk Thuisfront en de Unie van Vrouwelijke Vrijwilligers.
  3. Tussentijds vertrok kapelaan Middelhoff naar Amsterdam.
    De commissie schonk hem toen een presse papier van coromandelhout met zilveren plaatje en inscriptie als aandenken. Graveur Diephuizen uit het Sint-Nicolaaspark voorzag het plaatje van een mooie tekst. Natuurlijk vervaardigd in de zilverfabriek.
  4. Jan H.M. Sloof Inventaris van de verzameling documentatie, foto’s etc. van de Vereniging Oud-Voorschoten 1947-1958 Voorschoten 2011. Gedeponeerd in de archiefbewaarplaats van de gemeente Voorschoten.

Steunt u onze doelstelling? Geef u dan op als lid van onze vereniging. Hoe meer leden we hebben, des te krachtiger we onze stem kunnen laten horen en onze invloed kunnen uitoefenen bij de gemeente, de politiek en andere belanghebbenden.

De minimale bijdrage bedraagt slechts € 12,50 per kalenderjaar.

Let op
Het is mogelijk dat emails van Vrienden van Voorschoten in eerste instantie in uw spamfolder terecht komen. Houd daarom uw spamfolder goed in de gaten.

Word lid van Vrienden van Voorschoten