In de Tolstraat staan twee bijzondere woningen. Ze zijn u misschien nooit opgevallen? Een kleine onderbreking in de overwegend aaneengesloten woningblokken, vooral in de zomermaanden deels verscholen tussen het groen. Ze zijn oud, oud genoeg om tot gemeentelijk monument benoemd te zijn. De Tolstraat is in feite ook een heel oude straat, één van de destijds eerste doorsteken van de Leidseweg richting de Vliet.

De twee huisjes stonden er al voordat er enig ander huizenblok gebouwd werd. Een precies bouwjaar is niet bekend. Men zegt 1863, op de monumentverklaring staat 3e helft 19e eeuw. Maar dat lijkt niet te kloppen. Ik kreeg via een behulpzame medewerker van het kadaster een kopie in handen van een mutatiekaart van 1887, waar de twee huisjes voor het eerst ingetekend zijn. Een ‘hulpkaart’ zoals ze dat bij het kadaster noemen, getekend 1887.

Gebouwen werden destijds gemeten omdat zij van belang waren voor de hoogte van de grondbelasting die de eigenaar van het perceel moest betalen. 1887 was het jaar dat de gewijzigde grondbelasting betaald moest worden. Maar …. men liep wel eens wat achter. En dat betekende hier dat de meting al in 1884 was gedaan en pas per 1887 inging. Vanaf dat belastingjaar moest men grondbelasting gaan betalen voor ‘bebouwd’ en niet alleen voor het onbebouwde perceel. De twee huisjes zijn dus gebouwd in 1884 of mogelijk al het jaar ervoor. Pas op de kadasterkaart van 1894 zijn de huisjes daadwerkelijk ingetekend.

Kadaster 1887

De Tolstraat was toen zoals de meeste wegen in die tijd een onverharde weg, en eigenlijk niet meer dan een zandpad. Alleen de Leidseweg was bestraat en als tegemoetkoming in de kosten die dat teweeg had gebracht werd er tol geheven. Het ‘tolhuis’ stond op de hoek van de Leidseweg en de Tolstraat, vandaar de naam. De twee huisjes waar dit verhaal over gaat zijn gebouwd op zandgrond. Verderop, richting Vliet, was drassigere veengrond wat in gebruik was als weidegebied.

De eerste huizen die in dit deel van Voorschoten gebouwd werden vormden in 1917 de wijk Burgemeester Vernèdepark. In 1935 kwam er een wijkje bij: Tolstraat-Parkstraat-Stadwijkstraat. De betreffende twee huisjes waren toen het einde van de Tolstraat en kregen nummer 23 en 25. Daar stond een groot hek. Zover je kon kijken richting Vliet was het alleen grasland. Destijds waren de huisjes particulier bezit. In nummer 25 woonde een boer met zijn huishoudster. In de schuur/stal achter het huis hield hij een paar koeien.

Toen de boer in het begin van de oorlogsjaren vertrok en dit pandje te huur werd aangeboden, trokken mijn schoonouders daar in, een buitenkansje voor een jong gehuwd stel. Aanvankelijk bestond hun huis uit één bouwlaag met een woonkamer, een bedstee, een zolder en een gangetje naar de grote schuur met hoge mansardekap. Toen mijn schoonouders er in trokken was het zadeldak aan de achterzijde verlengd. Deze aanbouw leverde een extra kamertje op. Een deel van de schuur werd in gebruik genomen als keuken en bijkeuken. ‘Wat leefden ze eenvoudig toen, in simpele huizen tussen groen’, zong Wim Sonneveld destijds.

Al was het dan niet groot, er was wel een enorme tuin bij bestaande uit een voor- en achtertuin en naast het huis. Naarmate het gezin uitbreidde werd het een puzzel om alles in te passen. Gelukkig was mijn schoonvader een handige man en een van de eerste projecten die hij aanpakte was het vervangen van de plee door een echt toilet. De aansluiting op de beerput bleef nog jarenlang bestaan. Later maakte hij ook een doucheruimte, een enorme verbetering met zeven opgroeiende kinderen. De wekelijkse gang naar het badhuis was daarmee verleden tijd.

Behalve de moestuin was er een grote kippenren. ’s Nachts gingen de kippen een trapje op naar hun nachthok, hoog in de schuur. Daaronder was ruimte gereserveerd voor het varken die door de kinderen ’Biek’ werd genoemd. Als Biek vet genoeg was werd hij op een ochtend in alle vroegte in een kruiwagen getild en naar de slager gereden…. Er kwam dan weer een nieuwe Biek totdat dit niet meer paste in de tijd.

Oude foto zijaanzicht nr. 23 Archief fam. Vogelaar

Na de oorlog werden van lieverlee zowel links als rechts richting de Vliet eengezinshuizen gebouwd: de Vlietwijk. Voor de bouw van de huizen in de Noortheystraat – het blokje huizen tussen de Stadwijkstraat en de Tolstraat – werd aan de achterkant een groot stuk van mijn schoonouders (moes)tuin afgenomen. Daar konden ze niets tegenin brengen, want de twee huisjes waren inmiddels in het bezit gekomen van de gemeente en werden dus gehuurd van de gemeente.

Midden jaren 70 werd er nogmaals een stuk tuin afgenomen, ditmaal langszij de Noortheystraat. Daar moest vanwege de verkeersveiligheid een plantsoen worden. De gemeente plaatste op de nieuwe erfgrens een heg en mijn schoonmoeder – haar man was toen al overleden – kreeg geen lagere huur, maar een heggenschaar ter compensatie om daarmee zelf die heg te kunnen knippen. Ja ja, zo ging dat in die tijd!

Voor- en achterhuis gezien vanaf de Noortheystraat

In 1988 werden de huisjes met de nummers 23 en 25 gewaardeerd als gemeentelijk monument met de beschrijving: ‘Eenvoudige (land)huisjes, fraai door goede verhoudingen en uitstekende integratie met beeldbepalend groen. Eigen erf, kleine voortuin met grote boom. Sfeerbepalend deel van de straat.’

In de redengevende omschrijving van december 2012 is te lezen: De gevels – bekroond door een dakgoot op sierlijke klossen – zijn gemetseld in kruisverband en langs de topgevels zijn gegolfde windveren met dakmakelaars van fraai houtsnijwerk aangebracht. Een karakteristieke bouwstijl met een zekere soberheid en toch rijke ornamentiek. Dit soort arbeiderswoningen is zeldzaam geworden in Voorschoten vanwege de schaalvergroting, maar vooral door de veranderde woonwens van de bewoners.

Het woningbestand van het Gemeentelijk Woningbedrijf werd in 1994 in zijn geheel verkocht aan de wooncoöperatie Woonzorg. Dit betrof ook de panden Tolstraat 23 en 25, dat onbedoeld, want gemeentelijke monumenten behoorden in bezit van de gemeente te blijven. Voortaan werd de huur betaald aan Woonzorg, maar het onderhoud liet zacht gezegd wel te wensen over.

Daklijst achterhuis met oude kersenboom

Toen mijn schoonmoeder op zeer hoge leeftijd (90 jaar) haar huis moest verruilen voor het verzorgingshuis kwam het huis op nummer 25 vrij. Nu werd ook duidelijk dat gezien de staat waarin het verkeerde het niet meer met goed fatsoen verhuurd kon worden. Renovatie was geen optie dus haalde Woonzorg de oude plannen uit de kast: sloop – bij voorkeur ook nummer 23 – waardoor er ruimte zou komen voor vier eengezinswoningen, gelijk aan de overige bebouwing van de Tolstraat. De kinderen Vogelaar waren daar al op bedacht en spraken burgemeester Cannegieter erop aan.

Terugdraaien van de verkoop aan Woonzorg kon helaas niet zei hij, maar gezien de monumentenstatus mocht het zeker niet gesloopt worden. Na lang onderhandelen was Woonzorg bereid om nummer 23 te verkopen aan de bewoners en nummer 25 aan een van de kinderen Vogelaar. Voor de zoon die de gelukkige was – mijn echtgenoot – ging daarmee een droom in vervulling. Hij was restauratietimmerman en bracht het pand in zijn vrije uren terug in de oorspronkelijke staat, met dien verstande dat er aan de binnenkant wel de nodige isolatie en comfort werd aangebracht.

Twee jaar kostte het, toen stond het te pronken met een nieuw gevoegde gevel en de oorspronkelijke daklijsten en dakmakelaars. Later hebben de eigenaren van nummer 23 ook hun daklijsten gerestaureerd. Helaas bleek een groot stuk van de tuin niet tot de door ons aangekochte kavel te behoren. Er zou op gebouwd mogen worden en als aanzet om het bouwrijp te maken werden de kersenboom, en de appel- en perenbomen alvast omgehakt. De grote kastanjeboom was al geveld door een hevige zomerstorm en de hoge karakteristieke populier in de voortuin was al eerder uit voorzorg omgehaald. Hij was voor een populier enorm oud en bleek van binnen aan het rotten te zijn.

Gelukkig kon de walnotenboom net binnen de erfafscheiding blijven staan. Uiteindelijk werd besloten om het perceel vooralsnog niet te bebouwen, zodat het monument weer conform de beschrijving “een uitstekende integratie met beeldbepalend groen” is. Mijn man en ik hebben 20 gelukkige jaren met trots in het huis gewoond, tot mijn man overleed in het huis waarin hij geboren was.

Er zijn inmiddels bijna 150 jaar verstreken sinds de twee huisjes gebouwd werden. Ze worden nu alle twee bewoond door een kleindochter, die daar de herinneringen koestert aan haar oma’s huis, waar ze als klein meisje met de rest van de familie al zo veel gelukkige jaren hebben beleefd. Hoe mooi is dat!

Kruisverband metselwerk
Terugplaatsen van de gerestaureerde makelaar

Kruisverband metselwerk

Kruisverband wordt zeer vaak gebruikt bij steensmuren (muren zonder spouwmuur) omdat bij dit verband de stenen het beste in elkaar grijpen. De koppenlagen met streklagen afgewisseld, in een patroon dat zich herhaalt om de vier lagen. Heel mooi om te zien en ook heel sterk:

kop-kop-kop-kop-kop….
drieklezoor-kop-strek-strek-strek….
kop-kop-kop-kop-kop…
drieklezoor-strek-strek-strek…

(Een drieklezoor is driekwart van een hele steen)

De gevels zijn gevoegd met een knipvoeg.

In de Tolstraat staan twee bijzondere woningen. Ze zijn u misschien nooit opgevallen? Een kleine onderbreking in de overwegend aaneengesloten woningblokken, vooral in de zomermaanden deels verscholen tussen het groen. Ze zijn oud, oud genoeg om tot gemeentelijk monument benoemd te zijn. De Tolstraat is in feite ook een heel oude straat, één van de destijds eerste doorsteken van de Leidseweg richting de Vliet.

Steunt u onze doelstelling? Geef u dan op als lid van onze vereniging. Hoe meer leden we hebben, des te krachtiger we onze stem kunnen laten horen en onze invloed kunnen uitoefenen bij de gemeente, de politiek en andere belanghebbenden.

De minimale bijdrage bedraagt slechts € 12,50 per kalenderjaar.

Let op
Het is mogelijk dat emails van Vrienden van Voorschoten in eerste instantie in uw spamfolder terecht komen. Houd daarom uw spamfolder goed in de gaten.

Word lid van Vrienden van Voorschoten