Een beschaafde en godsdienstige opleiding op de mms van klooster Bijdorp
Onderwijs – en met name onderwijs aan vrouwen – is van oudsher een kerntaak geweest van het klooster Bijdorp. Dat sloot naadloos aan bij de gedachte van de Heilige Dominicus, die al in 1228 vrouwen toeliet tot de (derde) orde van de Dominicanen om zich met gebeden en werken van barmhartigheid bezig te houden. De orde is uiteindelijk genoemd naar de Heilige Catharina van Siena (1347 – 1380), uiteraard voor haar werken van barmhartigheid, maar vooral door haar mystieke ervaringen en visioenen. En het is deze orde waartoe de zusters van het klooster Bijdorp behoren.
Een aantal eeuwen later – rond 1835 – waren in Rotterdam de gezusters Pinkers bezig met werken van barmhartigheid voor kinderen en minderbedeelden: ze sloten zich aan bij de Congregatie van de Heilige Catharina van Siena. Ze richtten zich op onderricht in naaien en breien aan armlastige meisjes. Ze vertrouwden openbare scholen niet die antipaaps zouden zijn. Hun onderkomen was krap en kon hooguit worden uitgebreid met een kleine bidkapel.
Stichting van het klooster op Bijdorp
Dat veranderde toen de heer J.H. Fahrensbach, eigenaar van de buitenplaats Bijdorp, in 1876 overleed. Via de pastoor van Voorschoten en de bisschop van Haarlem werd het voor de Congregatie mogelijk de buitenplaats te kopen en er een klooster te stichten. De zusters begonnen met wijkverpleging en een R.K.-naaischool, maar vanaf het begin was er druk om zich ook aan onderwijs te wijden. Al in 1878 waren er plannen voor een pensionaat bedoeld voor jonge meisjes van deftige stand die daar een beschaafde en godsdienstige opleiding zouden krijgen. Mevrouw L.A.M.P. Fahrensbach-Kervel had bepaald dat het pensionaat Onze Lieve Vrouwe van Lourdes moest heten, omdat haar overleden man als laatste redmiddel vergeefs genezing had gezocht in Lourdes. Het begon allemaal met de Franstalige ulo. Frans was de voertaal in beschaafde kringen.
Ontwikkelingen in het onderwijs
De middelbare meisjesschool (mms) kwam in beeld met de wet op het middelbaar onderwijs van minister J.R. Thorbecke in 1863 met het doel de burgerij na het lager onderwijs verder te onderwijzen als voorbereiding op de maatschappij. De hogere burgerschool (hbs) werd een feit. Het oprichten van middelbaar onderwijs voor meisjes werd overgelaten aan initiatiefnemers. In 1865 kwam Haarlem als eerste met een mms. Het onderwijs, vergelijkbaar met hbs-a, moest in dienst staan van de vrouwelijke vorming gericht op de toekomstige moederrol, bestierster van het huishouden en gesprekspartner voor de echtgenoot. Wie niet trouwde kon er onderwijzeres, gouvernante of kinderjuffrouw mee worden. De vakken waren grotendeels hetzelfde als op de hbs-a, op de mms uitgebreid met schoonschrijven, tekenen, handwerken en zingen.
In zijn algemeenheid is de mms niet heel succesvol geweest omdat je als meisje al snel ook werd toegelaten op de hbs en de gymnasia. Waar het wel een grotere rol speelde was in katholieke kringen waar veel belang werd gehecht aan een godsdienstige opleiding. Onder minister H.P. Marchant van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen kreeg de mms in 1935 een meer officiële status. Hij voerde wettelijke erkenning en een uniform studieprogramma in. En het eindexamen werd wettelijk erkend. Tot dan kregen de leerlingen geen diploma, slechts een certificaat.
De komst van de mms naar Bijdorp
De regeling-Marchant gaf ook voor Bijdorp de doorslag. In 1938 werd de Franstalige ulo uitgebreid met de mms en werd begonnen met toelatingsexamens voor adspirant mms-leerlingen. Aan het begin van dat schooljaar waren er nog drie voorbereidende ulo-klassen met 14 leerlingen in de vierde klas van de mms. In 1947 definieert de mms van Bijdorp haar doelstelling (vrij vertaald) als volgt: ‘De school streeft er niet zozeer naar kennis over te brengen als wel een vrouwelijk georiënteerde opvoeding te bieden aan meisjes die later niet naar de universiteit gaan, maar wel voldoende wetenschappelijke vorming hebben om in intellectuele kringen te verkeren. Hbs en gymnasium zouden een te grote inspanning zijn voor het ‘middelmatige meisje’. Maar de mms maakt van haar niet zozeer een geleerde maar een ontwikkelde vrouw en stelt het meisje in staat later in eigen onderhoud te voorzien.’
In het levenslopenboek dat in 2013 is samengesteld door de in 1963 (een paar in 1964) geslaagde leerlingen blijkt dat er na het behalen van het diploma veelal gekozen werd voor banen in de verpleging, het onderwijs en op sociaal maatschappelijk gebied. Sommigen gingen eerst als au pair naar Frankrijk en kozen daarna vaak een opleiding tot docent Frans. Op de mms werden in de oude traditie nog veel Franse termen gebruikt. Anderen gingen na de mms nog naar gymnasium of hbs en deden een colloquium doctum om toegang tot de universiteit te krijgen.
De mms kende zowel interne als externe leerlingen waarbij de internen verre in de meerderheid waren. Sommige meisjes kwamen al op de lagere school naar Bijdorp, anderen hadden eerder op een andere middelbare school gezeten en vonden op Bijdorp de rust en discipline om beter te presteren. Sommigen hadden de mulo afgerond en stroomden pas in de vierde klas in. De eerste drie jaren sliepen de internen in een chambrette, een kamertje afgeschermd door gordijnen, de ouderejaars kregen een kamer.
De vraag van de redactie aan schrijver dezes was een sfeertekening te geven van de jaren 50 en 60 op de mms op Bijdorp. Het boek waarop alle informatie betreffende de geschiedenis van het klooster en schoolcomplex op Bijdorp is gebaseerd is ‘Een beschaafde en godsdienstige opleiding in en om de MMS te Huize Bijdorp, Voorschoten’ van Mary Eggermont-Molenaar, geschreven in 2014 ter gelegenheid van het 50-jarig jubileum van de eindexamenandi van 1963 (1964). Er staat uiteraard ook uitgebreide en interessante informatie in over de (oorlogs)jaren na 1938 en over de periode na 1963. Het boek is nog steeds verkrijgbaar in het Museum van Voorschoten.
Curriculum
De veelheid aan feiten en verhalen is gebaseerd op de door Bijdorp bijgehouden kronieken, de schoolkrant Reveille en de schoolagenda’s en persoonlijke herinneringen van de leerlingen. Ieder schooljaar begon met een docentenvergadering, waarin de taken en omgangsregels werden vastgelegd. In de desbetreffende periode was Sr. Cyrilla hoofd van het internaat en directrice van de school.
De vakken die het eerste jaar werden gedoceerd waren godsdienst, geschiedenis (2x per week), Engels (3x), wiskunde (3x), voordrachtskunst (1x), Frans (4x), tekenen (2x), Duits (2x), Nederlands (2x), gymnastiek (3x), aardrijkskunde (2x), handwerken (2x) en biologie (2x). In 1961 kwamen daar natuurkunde, muziek en scheikunde bij en in 1962 kunstgeschiedenis, sociologie en psychologie. Zoals gebruikelijk tot in de jaren 50 was er op zaterdagmorgen ook les. In 1955 is er op Bijdorp ook een serieuze poging gedaan de vijfdaagse werkweek in te voeren, maar men koos er om allerlei praktische redenen voor de zesdaagse te handhaven.

Naast het standaardcurriculum waren er op maandag en vrijdag voor internen balletlessen, pianolessen en een huiswerkcursus onder begeleiding van de zusters. Het zangkoor was voor iedereen. De hogere klassen mochten ook op hockey en tennis. Op woensdag ging men met de Blauwe Tram naar het zwembad in de Haarlemmerstraat in Leiden, in een voormalig kerkgebouw, later met de bus naar Wassenaar.
De dag waarop rapporten werden uitgedeeld heette Bloedraad. Dat refereerde aan de tijd (1567) dat de voormalig Bijdorp eigenaar Ridder Oem van Wijngaarden van kasteel Ter Lips voor de Spaanse Bloedraad moest verschijnen omdat hij zich, samen met een aantal andere edelen uit Voorschoten tegen het Spaanse gezag had verzet, o.a. door hagenpreken te organiseren en deel te nemen, dan wel aan te zetten tot de beeldenstorm. Tijdens de zogenaamde Bloedraad op Bijdorp zaten de docenten in een zaal achter een tafel en spraken opvoedende woorden uit bij het overhandigen van het rapport. Omdat het onbeleefd was de leraren de rug toe te keren, werden leerlingen geacht achterwaarts het lokaal te verlaten.

Orde, discipline en straf
Er was orde en discipline op school. Daar zag Sr. Cyrilla streng op toe. De meisjes onderwierpen zich niet altijd aan de regels en er werd ook wel eens stiekem gerookt op de chambrette of een balletje getrapt op de cour. De internen mochten op zondag een sigaretje opsteken. Stiekem roken leverde drie dagen schorsing op. Gedrag dat doorgaans ook niet getolereerd en bestraft werd was o.a. met propjes gooien en briefjes schrijven tijdens de les. Het vertalen van het woord onderdirecteur met sous-directoire was voor Sr. Cyrilla ook een reden voor straf. De meisjes mochten ook niet elkaars chambrette betreden uit angst voor onzedelijkheid. Om dezelfde reden mochten de meisjes geen maillot dragen. Er werd überhaupt niet veel gedaan aan seksuele voorlichting. In het levenslopenboek memoreert iemand dat ze pas na de mms in contact kwam met jongens. In haar woorden: ‘een vergeten en verguisd hoofdstuk bij de nonnen.’

Voor al die vergrijpen werd men gestraft met nablijven, teksten overschrijven, wegsturen uit de les en schorsen. Als een van de meisjes het echt te bont had gemaakt, werd zelfs haar dagboek in beslag genomen wat in feite een grove inbreuk op iemands privacy was. Uit aantekeningen in de kroniek over een conferentie met docenten stelt directrice Sr. Cyrilla de vraag aan de orde of er niet onevenredig zwaar gestraft wordt. En dat het op de ene leerling een geheel andere uitwerking heeft dan op een andere. Zij vond dat de straf liefdevol en opbouwend moest zijn en moest bijdragen aan de ontwikkeling en bij voorkeur betrekking hebben op de leerstof.
De externen hadden het in vele opzichten gemakkelijker, ze mochten na school en ieder weekend gewoon naar huis. De internen mochten één keer in de twee weken een weekend naar huis. In hun weekenden op het internaat waren er beleefdheidslessen, maar ook sport en spel. Ze moesten ook een brief of kaart aan hun ouders schrijven. Sr. Cyrilla las zowel de inkomende als de uitgaande post van de meisjes aan hun ouders. Zo zag ze erop toe dat de meisjes geen negatief beeld schetsten van de school.
Een goede sfeer
Desondanks komt er uit de verhalen een positief beeld van de sfeer op Bijdorp naar voren. Er was ieder jaar een toneelvoorstelling onder leiding van Ben Heuer, docent voordrachtskunst. Er waren schoolreisjes, tot 1961 nog apart voor de internen en externen, daarna klassikaal. Bijvoorbeeld naar de dierentuin in Rhenen, het spoorwegmuseum in Zeist of Slot Loevestein.
De meisjes hadden het onderling gezellig en hadden vaak dolle pret, waarbij de zusters vaak het doelwit waren. Uit de herinneringen opgehaald in 2013 blijkt dat er ook wel degelijk genegenheid voor de zusters was. Een van de dames had later nog als secretaresse voor Sr. Cyrilla gewerkt en noemde haar een ‘enorme giebelkont die constant de slappe lach had’. Weer een ander gaf later les op Bijdorp en memoreerde dat Sr. Cyrilla voor de docenten door het vuur ging.
Iemand anders brengt in herinnering het plezier dat ze beleefden aan de Burger Bevolking-oefeningen, die na de Tweede Wereldoorlog verplicht waren en pas na 1989 zijn afgeschaft. De meisjes lagen zogenaamd gewond (met wonden op armen en benen geschilderd door Sr. Salome) in de struiken en kregen zogenaamd een bloedtransfusie of werden doodverklaard.
In de vierde klas werd men lid van de club van Sr. Cyrilla, waar men o.a. leerde aan goede werken te doen in de vorm van kleding bezorgen bij arme gezinnen en sinterklaascadeautjes. Een van de leerlingen herinnert zich met een zekere gene, dat zo’n cadeautje soms niet meer dan een halfvolle ballpoint was.
Vaste prik in de vierde klas was ook een driedaagse bezinning in de Tiltenberg in Vogelenzang verzorgd door de Vrouwen van Nazareth. In ochtenden waren er lezingen over ‘diep menselijke’ onderwerpen, zoals vrijheid en zelfstandigheid. Voor ontspanning was er een pingpongtafel, een radio-pick-up en boeken en werden er speurtochten in de duinen georganiseerd. In het vijfde leerjaar was de retraite, ook weer in de Tiltenberg, voor bezinning, maar ook voor ontspanning. Net als tijdens de bezinning moesten de meisjes ook flink aan de slag met huishoudelijke taken; ook de trappen moesten worden gedweild.
Toen het schooljaar 1963 teneinde liep legden alle 42 leerlingen met succes het eindexamen af.


De Tiltenberg in Vogelenzang werd in 1931 gebouwd als oefenhuis voor Graalleden. De Graal werd opgericht in 1921 en bestond uit een groep jonge vrouwen die de wereld wilde bekeren en aanvankelijk Vrouwen van Nazareth heetten. Sinds 2005 is de Tiltenberg ’t Grootseminarie van het Bisdom Haarlem.

Naar het einde van de mms
Daarna kwam er een kentering; de aanmeldingen voor de mms liepen terug. In 1965 zakten 22 van de 55 meisjes. De heer J.M. Vielvoije, directeur van de R.K. ulo in Voorschoten, stelde samenwerking tussen de ulo en de mms voor. Sr. Cyrilla was tegen, de mms was een typische meisjesschool voor meisjes uit de betere kringen, ‘die gingen niet naar de ulo’.
Met de Mammoetwet van minister Cals uit 1968 kwam er een eind aan deze discussie. De mulo, mms en hbs maakten plaats voor de mavo, havo en vwo. Dat de mms niet bleef bestaan kwam ook omdat er geen vakken economie en handelswetenschappen werden gegeven, hetgeen een belemmering vormde voor deelname aan hoger economisch onderwijs.
En zo kwam de havo in 1968 naar Bijdorp, ook zes jongens meldden zich aan. Het eerste schooljaar was havo, de volgende jaren nog mms, waarbij er ieder jaar een afviel totdat in 1972 de laatste 33 leerlingen slaagden voor het mms-eindexamen. Zowel de mms als het Pensionaat Onze Lieve Vrouwe van Lourdes werden opgeheven.
In 1971 kwam er een fusie tot stand tussen de havo op Bijdorp, de Rooms-Katholieke mavo Emmanuel en de Protestants-Christelijke mavo die verder gingen onder de naam Lucas College. In 1984 werd de school definitief uit Huize Bijdorp verbannen omdat er te veel overlast zou zijn voor de kloostergemeenschap. Na meer dan honderd jaar (1878 – 1984) kwam er een einde aan onderwijs op Huize Bijdorp.

Door Jane Koopstra
Met dank aan Mary Eggermont-Molenaar voor haar steun bij het tot stand komen van dit artikel en voor het ter beschikking stellen van de foto’s.
Literatuur:
Eggermont-Molenaar, Mary 2013, Introductie en redactie reünie 1963 – 2023 en levenslopen eindexaminandi lichting 1963 (64), geen handelseditie.
Eggermont-Molenaar, Mary, 2014, Een beschaafde en godsdienstige opleiding – In en om de MMS te Huize Bijdorp, Voorschoten Uitgeverij Ginkgo.