We hebben in Voorschoten een groot aantal mooie monumenten, maar iconisch kun je ze niet noemen. We hebben wel monumenten die voorzien zijn van symbolen. Maar wat is eigenlijk het verschil tussen een symbool en een icoon? Dit boekje geeft een korte uitleg en geeft een aantal voorbeelden die op Open Monumentendag te zien zijn.

Symbolen zijn verwijzers.

Zo verwijst het christelijke kruis naar de kruisdood van Jezus Christus. En het $-teken verwijst naar de munteenheid van de Verenigde Staten. Nu is het grappige van deze twee symbolen dat ze een eigen leven zijn gaan leiden. Als voorbeeld: Willem van Oranje, * 24 april 1533, † 10 juli 1584.

Het kruis-symbool wordt gebruikt om een sterfdatum aan te geven. De connectie met de kruisdood is dat Willem van Oranje in Christus is gestorven. Maar anno 2016 heeft dit gebruik van het kruis-symbool zich nagenoeg losgezongen van zijn oorspronkelijke betekenis en geeft het nu alleen maar de sterfdatum aan, zonder dat de lezer de verbinding maakt met de kruisdood van Christus.

De kroon is nog steeds het symbool van de koninklijke macht. En als een kerktoren getooid is met een kroon, dan is er (vrijwel) altijd die connectie.  Denk aan de toren van de Westerkerk in Amsterdam en de Sint-Ursulakerk in Keulen. Het symbool ‘kroon’ heeft nog weinig van zijn oorspronkelijke verwijskracht verloren.

Hoe zit dat bij iconen?

Iconen zijn beelden en zij vertegenwoordigen iets. We kennen allemaal de iconen van de Grieks- en Russisch-Orthodoxe kerk (zie verderop in dit boekje). In de orthodoxe kerken bezitten iconen een hoge graad van heiligheid; onder gelovigen is het gebruik geworden om iconen te kussen. We kennen het woord ‘icoon’ ook nog in een andere betekenis. Zo wordt Johan Cruijff een voetbal-icoon genoemd. En Museum de Fundatie in Zwolle (zie afbeelding) draagt sinds enige tijd een ‘iconische’ wolk. We hebben hier te maken met een vorm van iconische architectuur.

Het museumgebouw heeft lange tijd dienst gedaan als Paleis van Justitie en als zetel van de rechterlijke macht moest het imponeren, kracht uitstralen. Binnen de vormentaal van het neoklassieke bouwen deed men dat door gebruik te maken van de Dorische orde: de van cannelures (uitsparingen) voorziene zuilen rusten rechtstreeks op een stylobaat (soort podium); de kapitelen (de boveneinden van de zuilen) zijn eenvoudig. De architect heeft op dit neoklassieke front een wolk laten neerdalen, daarmee aangevend dat aan het gebruik van het gebouw als justitiepaleis een eind was gekomen en dat het gebouw nu een creatieve functie heeft: het bewaren en exposeren van zaken die voortgebracht zijn door scheppende geesten. De architect heeft van een symbolisch gebouw een iconisch gebouw gemaakt!

Symbool – houtsnijwerk in het Gemeentehuis

Het houtsnijwerk in de Raadszaal van het Gemeentehuis bevat een heel opvallend symbool dat zich in het midden van de lange wand bevindt, tegenover de hoge vensters. Het is van de hand van Maarten Zwollo (1867-1928), een kunstenaar die een groot deel van zijn werkzame leven in dienst was van Van Kempen en Begeer. We zien hier een Vrouwe Justitia, geblinddoekt, met haar beide handen rustend op twee zuilen die de woorden ‘WAARHEID’ (links) en ‘EN RECHT’ (rechts) dragen. Links en rechts van het bewerkte paneel bevinden zich twee lege panelen.

Wat doet dit symbool, dat lijkt te verwijzen naar de rechtspraak, hier in deze Raadszaal? Toen het Gemeentehuis in 1926 werd gebouwd, was immers de tijd dat er recht werd gesproken door het gemeentelijk bestuur al lang achter ons. Het is ook best een rare Vrouwe Justitia: ze draagt geen zwaard! En wat doen de woorden WAARHEID EN RECHT daar?

Wordt daarmee verwezen naar Psalm 111, de verzen 7 en 8?

Waarheid en recht zijn het werk van zijn handen,
Uit al zijn regels blijkt zijn trouw,
Ze zijn onwrikbaar, voor altijd en eeuwig,
Gemaakt volgens waarheid en recht.

Heeft men tot uitdrukking willen brengen dat de regels, de verordeningen, die hier bedacht worden (hier, in deze raadszaal), altijd de best denkbare zijn?

Om een lang verhaal kort te maken: in de Raadszaal had een drieluik moeten komen, een uit drie panelen bestaand kunstwerk. In het archief zijn twee ontwerpen gevonden, twee varianten die erg veel op elkaar lijken. In dat ontwerp bestaat er ook een linker paneel en een rechter paneel. Alleen het middenpaneel is gerealiseerd.

Op de ontwerptekening zien we, in het midden, Vrouwe Justitia die de ‘bestuurderen’, hier in vergadering bijeen, oproept zich toch vooral te baseren op de waarheid en op het recht bij het nemen van hun raadsbesluiten. Zonder aanzien des persoons. Alle belangen tegen elkaar afwegend.

Daarmee handelen ze in het belang van de gemeenschap, de burgers, weergegeven door een jong stel dat in de echt wordt verbonden (links) en door datzelfde jonge stel, waarvan het huwelijk verrijkt is met een kind (rechts). Daarmee verwijst het ontwerp naar de drie functies van het Gemeentehuis: Bestuurscentrum, Trouwlocatie en Beheer van de Burgerlijke Stand.

Ontwerptekening van Maarten Zwollo, waarvan alleen het middendeel is gerealiseerd

Maar op 25 november 1926 besloot de Gemeenteraad dat alleen het middenpaneel gerealiseerd moest worden. De voorzitter, burgemeester Vernède, vond het geheel te druk; op de zijpanelen kwamen te veel figuren voor. Uit het verslag van de beraadslagingen blijkt dat men gevoelig is voor de overweging op deze wijze een kunstuiting van een plaatselijk kunstenaar voor het nageslacht te bewaren. En natuurlijk was er iemand die wees op het beheersen van de kosten voor het nieuwe Raadhuis. Ook vreesde een raadslid dat er aan het verfraaien nooit een eind zou komen. Het voorstel van B en W om alleen het middenpaneel te realiseren werd met algemene stemmen aangenomen.

Zó is het gekomen. Met als gevolg dat zich in de Raadszaal van het Gemeentehuis een symbool bevindt, dat alleen maar begrepen kan worden wanneer we ons realiseren dat in het oorspronkelijke ontwerp ook nog sprake was van twee zijpanelen.

Iconen – tentoonstelling

Op Open Monumentendag (2016) zijn er in de Laurentiuskerk een aantal iconen te zien, geschilderd door Voorschotenaren. Iconenschilders zelf spreken liever over het schrijven van iconen dan over het schilderen ervan. Daarmee zitten we meteen midden in de discussie, want wat ís een icoon eigenlijk?

Een icoon heeft met een schilderij gemeen dat het een venster is. Een gewoon venster is een glasplaat, gevat in een houten raam, waardoor je naar buiten kunt kijken. Je zou een schilderij een namaakraam, een nep-raam kunnen noemen: datgene wat je ziet binnen de lijst is niet de werkelijkheid maar een illusie, gecreëerd door de verbeeldingskracht van de maker van het schilderij. Het bijzondere van een icoon is dat het een venster naar het goddelijke is. Dichterbij het goddelijke kan een mens niet komen. In Oosters-orthodoxe en Russisch-orthodoxe kerken zie je dat kerkgangers iconen aanraken en ze zelfs kussen om het goddelijke maar zo dicht mogelijk te naderen.

Kerkvader Augustinus

Daarmee zijn iconen veel meer dan religieuze plaatjes: ze verkondigen het heil in vorm, kleur en schoonheid. Wat de preek is voor het oor, is de icoon voor het oog. Zoals (westerse) monniken in kloosters eeuwenlang de Bijbel woord voor woord hebben gekopieerd, zo hebben(oosterse) monniken eeuwenlang iconen gekopieerd. Vandaar dat men spreekt over het schrijven van iconen.

Het schrijven van iconen is vooral een ambachtelijke bezigheid. Het begint met het prepareren van de plank. Jan Iemenschot, een van de Voorschotense iconenschilders, gebruikt meestal planken van 30 bij 23 cm, 25 mm dik, maar het kunnen ook andere afmetingen zijn, afhankelijk van de afbeelding.  Op de plank komt eerst een linnen doek. Bovenop het linnen komen 12 laagjes krijt, vermengd met lijm (er waren 12 apostelen). Tot slot wordt de plank heel glad geschuurd. Nu kan het schrijven van de icoon beginnen. Op de te kopiëren icoon wordt een vel transparant papier gelegd en alle belangrijke lijnen worden overgetrokken. Vervolgens wordt de achterkant van het transparant ingesmeerd met een ‘sterke’ kleur, waarvoor vaak Engels rood wordt gebruikt.

Aartsengel Gabriël

De aldus bewerkte transparant wordt nu op de plaat vastgeplakt en de lijnen op de transparant worden met een balpen overgetrokken. Daarbij werkt de transparant als carbonpapier. Na verwijdering van de transparant kan het schilderen beginnen. De gebruikte verf is eitempera, een mengsel van eigeel, water en pigmentpoeder.

Eerst worden nu de rode lijnen overgetrokken met zwart of donkerrood, waarna de grote huidvlakken worden ingevuld met okerkleurig incarnaat (huidverf). Tevens wordt de kleding geverfd, waarbij de donkere kleuren eerst worden aangebracht, gevolgd door de lichtere. Voor aureool en achtergrond wordt vaak bladgoud gebruikt.

Het schrijven van een icoon is niet alleen een ambachtelijke bezigheid: het is ook een gewijde bezigheid. Elke schildersessie wordt begonnen met gebed, waarin een zegen wordt gevraagd over het werk. Ook wordt afgesloten met gebed. De icoon is pas helemaal af als het werkstuk is gewijd. Wanneer de icoon is gemaakt om geschonken te worden, dan dient ook de ontvanger van de icoon de wijdingsplechtigheid bij te wonen.

Naast Jan Iemenschot zullen nog twee Voorschotense iconenschilders werk laten zien: Willy Meijer en Diny Westgeest. Zij hebben alle drie cursussen gevolgd bij de ervaren en inspirerende iconenschilder Piet van der Ploeg uit Noordwijk. Ook Stan Dessen toont twee iconen, uit privé-bezit.

Door: Remmelt Kruizinga

Steunt u onze doelstelling? Geef u dan op als lid van onze vereniging. Hoe meer leden we hebben, des te krachtiger we onze stem kunnen laten horen en onze invloed kunnen uitoefenen bij de gemeente, de politiek en andere belanghebbenden.

De minimale bijdrage bedraagt slechts € 12,50 per kalenderjaar.

 

Word lid van Vrienden van Voorschoten